Bij houtskeletbouw wordt de luchtdichtheid gerealiseerd door structurele bouwplaten. (zie hoofdstuk 6: Materialen en luchtdichtheid). De voegen tussen deze bouwplaten moeten steeds afgedicht worden met kleefband waarbij rekening gehouden wordt met de ondergrond.

 

Belangrijk in het luchtdichtingsverhaal bij houtskeletbouw is dat men kan werken met een zogenaamde “leidingspouw”, aan de binnenzijde van de luchtdichte laag.

Door alle leidingen in deze leidingenspouw te plaatsen vermijdt men doorboringen van de luchtdichte laag en wordt het bereiken van een goede luchtdichting veel eenvoudiger.

Tip:

De leidingenspouw moet min. 5 cm zijn om de plaatsing van stopcontacten toe te laten.

Isoleer de leidingenspouw en breng de kepers voor het creëren van de leidingenspouw horizontaal aan, zo minimaliseer je de koudebruggen gevormd door de verticale stijlen van het houtskelet.