Nieuws

'Bijna elk huis moet tegen 2050 aangepakt worden'

8 januari 2020

Op vraag van de Vlaamse regering heeft het interuniversitaire onderzoeksteam Steunpunt Wonen een inschatting gemaakt van de renovatiekosten om het woningpatrimonium in Vlaanderen tegen 2050 aan te passen aan de normen inzake woningkwaliteit en energiezuinigheid. Dat meldt De Standaard.

Om tegen 2050 de Vlaamse energiedoelstellingen te halen, zal er nog een grote inspanning nodig zijn. In bijna 95 procent van de Vlaamse woningen moeten werkzaamheden worden uit­gevoerd, aldus professor ­Michael Ryckewaert (VUB). Omgerekend gaat het om ruim 2,5 miljoen woningen. ‘Eigenlijk voldoen alleen de meest recente nieuwbouwwoningen aan de strengste energienormen.’

 

In de eerste plaats gaat het over isolatie. Zo heeft ruim 70 procent van de woningen al dakisolatie, maar meer dan de helft geen gevel- of vloerisolatie. Voorts beschikt bijna 80 procent van de woningen nog niet over hoogrendementsglas in de ramen. Daarnaast moet meer werk worden gemaakt van energie-efficiënte en klimaatvriendelijke verwarmingsinstallaties.

 

Haalbaar?

Het rapport raamt de gemiddelde kostprijs van een energe­tische renovatie op 40.000 à 43.000 euro per woning. Voor heel Vlaanderen zou de globale kostprijs oplopen tot 103 à 110 miljard euro. Opgeteld met de factuur van de comfortrenovaties geeft dat een totale kostprijs – tussen nu en 2050 – van 137 tot 144 miljard euro. Of omgerekend per woning 52.000 tot 55.000 euro.

 

‘Als we de totale ­renovatiekosten lineair spreiden over de komende dertig jaar, komt dit neer op een jaarlijkse investering van ongeveer 4,6 à 4,8 miljard euro per jaar. Uit een analyse van de btw-aangiftes – op renovatie geldt een tarief van 6 procent – heeft collega Frank Vastmans van de KU Leuven kunnen berekenen dat er in Vlaanderen jaarlijks voor zowat 6 miljard euro wordt gerenoveerd. Meer dan het bedrag dat wij vooropstellen.’ Alleen, vaak gaat het om ingrepen als een luxueuzere keuken of de aanbouw van een veranda.

 

De studie berekent de grootteorde van de renovatiekosten, maar bevat geen becijfering over de terugverdieneffecten.