Wanneer u zelf niet instaat voor de EPB-berekeningen kunt u deze gerust opvragen bij de EPB-verslaggever want het aandeel van de zonnewinsten in de totale energiebalans is relatief eenvoudig af te leiden uit de resultaten die door het programma worden berekend.

In onderstaand voorbeeld wordt het E-peil voor 35% bepaald door het primair energieverbruik voor verwarming. Daarnaast wordt het E-peil voor 20% beïnvloed door een theoretische koelbehoefte.

beeld: aandeel van de verschillende verbruiken bij het berekenen van het E-peil

Hoe dit komt blijkt uit de analyse van de berekende resultaten van de energiebehoefte voor ruimteverwarming. Het aandeel van de zonnewinsten is aanzienlijk. Bovendien blijkt dat deze winsten (zowel zonne- als interne warmtewinsten) niet altijd even optimaal worden benut.

beeld: aandeel van de zonnewinsten bij de berekening van de Netto Energiebehoefte voor verwarming

Het toepassen van zonnewering of luiken kan een oplossing bieden bij een mogelijk risico op oververhitting maar biedt ook een aantal mogelijke valkuilen.

In dit artikel trachten we een genuanceerd antwoord te geven op enkele mogelijke misvattingen.

 

 

1. Rolluiken zijn goed voor het E-peil.

 

Hoewel rolluiken kunnen zorgen voor een zekere bijkomende warmteweerstand en hoewel ze ook in aanmerking mogen genomen worden als mobiele zonwering zijn er een aantal mogelijke valkuilen.

 

Rol- of andere luiken kunnen inderdaad een positieve bijdrage leveren aan het beperken van transmissieverliezen en worden tegelijk beschouwd als een vorm van zonwering. Handig; twee vliegen in één klap.
Voorwaarde is wel dat u beschikt over de nodige stavingsstukken die de nodige informatie over de warmteweerstand (g-waarde) en de gegevens nodig voor het berekenen van de reductiefactor Fc.
Daarnaast moet u letten op de bediening. Een manuele bediening zal minder punten opleveren dan een (vol-)automatische bedienen die reageert op de effectieve zonnestraling.

Ook de inbouw verdient de nodige aandacht. (Rol-)luiken vormen immers een vaste verbinding aan de gebouwschil en hier zijn de nodige voorzorgen te nemen voor het voorkomen van vervelende koudebruggen (bouwknopen !) en ongewenste in- of ex-filtraties.
Zo bekeken kan een onzorgvuldig uitgekiend detail of een bedenkelijke uitvoering aanleiding geven tot meer verliezen dan winsten en kunnen akoestische lekken als gevolg van de rolluikkasten meer hinder veroorzaken dan dat ze trachtten te voorkomen.

beeld: gedetailleerde invoer van een luik

2. Met zonwering hou je het risico op oververhitting steeds onder controle.

 

Ook deze bewering moeten we enigszins nuanceren. Uiteraard kan het oordeelkundig
plaatsen van (bij voorkeur buiten-)zonwering een belangrijke bijdrage leveren tot een optimaal zomercomfort. Maar bij een oordeelkundig geplaatste zonwering hoort ook een goede regeling.
Buitenzonwering is effectiever dan binnenzonwering en met een manueel bediend scherm houdt u de zon niet buiten wanneer de bewoners overdag uit huis zijn. Bovendien wordt de effectiviteit van de zonwering sterk bepaald door de kleur en perforaties van het doek. De epb houdt rekening met als deze factoren en bepaalde parameters variëren naar gelang het gaat om de bepaling van de netto-energiebehoefte voor ruimteverwarming of ruimtekoeling of het risico op oververhitting.

beeld: de gebruiksfactor in EPB : het effect van de bediening

beeld: het effect van binnenzonwering wordt weinig gewaardeerd in de epb

3. Aandacht voor de bouwknopen.

 

Wanneer ingebouwd, maken rolluiken of screens deel uit van de gebouwschil. De wijze van inbouw heeft dus een impact op het transmissieverlies. Vanaf een aanzichtbreedte van 40 cm zal de rolluikkast als scheidingsconstructie worden ingerekend. De U-waarde van de kast moet in dat geval voldoen aan de wettelijk vastgelegde U-max-waarden.
De overgang van muur naar kast en van kast naar rolluik vormen dan twee afzonderlijke bouwknopen.
Is de rolluikkast lager dan 40 cm dan zal deze over de volledige lengte behandeld worden als lineaire bouwknoop. De invloed laat zich gelden op zowel het K-peil (of S-peil) als op het E-peil.
Structurele zonwering (luifels, lamellen, ...) zijn in deze bijdrage nog niet aan bod gekomen. Luifels worden in de epb behandeld als een vorm van (slag-)schaduw. Via de ingave van overstekhoeken wordt de impact van de slagschaduw op de zonnewinsten berekend. Het effect van luifels is het grootst bij hoge zonnestand, op het zuiden en ‘s middags. Bij oost- en west-georiënteerde gevels in de impact beperkt.

Vanzelfsprekend vormen de verankeringspunten van luifels belangrijke aandachtspunten bij het in rekening brengen van de puntbouwknopen.

 

beeld: het effect van de bouwknoop

4. Aandacht voor de luchtdichtheid.

 

Rolluikkasten vertonen vaak grote luchtlekken. Wanneer luchtdichtheid deel uitmaakt van de strategie om te komen tot een gunstig E-peil doet u er goed aan dit aspect mee in overweging te nemen. Elektrisch bediende rolluiken genieten hier de voorkeur tegenover de manuele bediening met het klassieke lint.