Helpdesk & FAQ

Uitstel EPB-aangifte bij VEA

Voor een nieuwbouwproject werd 6 jaren geleden een vergunning verkregen. Momenteel zijn alle vergunningsplichtige werken uitgevoerd. Er is geen enkele tijdsdruk waardoor verschillende isolatiewerken en vooral de technieken nog niet geplaatst werden. Is er vanuit de EPB-wetgeving een termijn voorzien waarbinnen de EPB-aangifte moet ingediend worden? Kan bij het VEA uitstel gevraagd worden voor het indienen van een EPB-aangifte? Wat zijn de gevolgen indien er nog geen EPB-aangifte werd ingediend?


Termijn indienen van EPB-aangifte?

Het Energiedecreet bepaalt dat voor een dossier waar de stedenbouwkundige vergunning werd aangevraagd er binnen de zes maanden na de ingebruikname van het gebouw of na het beëindigen van de vergunnings- of meldingsplichtige werken een EPB-aangifte moet worden ingediend. De eerste van beide data bepaalt de indieningstermijn.

Als het gebouw dus in gebruik is genomen, maar de werken nog niet zijn beëindigd, moet er toch al een EPB-aangifte worden ingediend binnen de zes maanden. De EPB-aangifte gebeurt dan volgens de (onafgewerkte) as-built toestand.

De EPB-aangifte wordt in elk geval ten laatste vijf jaar na het verlenen van de stedenbouwkundige vergunning of na het neerleggen van de melding ingediend. Deze laatste clausule uit het Energiedecreet zorgt voor een duidelijk eindpunt als er geen concrete ingebruikname vaststelbaar is of als de uitgevoerde werken blijven aanslepen.

 

Uitstel voor indienen van EPB-aangifte?

Het VEA moet zich bij de behandeling van de handhavingsdossiers houden aan het wettelijke kader dat bepaald is in het Energiedecreet en heeft daarbij geen bevoegdheid gekregen om uitstel te verlenen op de gestelde termijnen.

Overmacht vormt een algemeen rechtsbeginsel dat ervoor zorgt dat een uitzondering op de geldende regels kan worden toegelaten. In afwijking van het bovenstaande kan de aangifteplichtige, als het gebouw nog niet in gebruik genomen is binnen de vijf jaar, een uitstel krijgen voor het indienen van de EPB-aangifte als hij expliciet kan aantonen dat er wegens overmacht geen EPB-aangifte kon worden ingediend. Om van overmacht te kunnen spreken moet men kunnen bewijzen dat het voorval niet te wijten is aan een eigen fout of aan een derde voor wie men instaat, dat het om een voorval van korte duur gaat en dat men niet kon ingrijpen om het voorval te vermijden. Dergelijke situaties worden per geval onderzocht en beoordeeld. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat de beëindiging van de werken in het gedrang is gekomen door een faillissement van een aannemer, of dat de werken zijn stilgelegd wegens een lopende rechtszaak.

 

Wat indien er geen EPB-aangifte werd ingediend?

Wanneer het VEA vaststelt dat een EPB-aangifte niet tijdig is ingediend, maant zij de aangifteplichtige aan om de EPB-aangifte in te dienen binnen een vastgestelde termijn. Het VEA verstuurt de aanmaningsbrief aangetekend naar de aangifteplichtigen. De termijn om de aangifte alsnog in te dienen, bedraagt standaard zes weken.

Als de deadline in de aanmaningsbrief verstreken is en er nog steeds geen EPB-aangifte is ingediend in de energieprestatiedatabank, dan gaat het VEA over tot het opleggen van een administratieve boete. Deze bedraagt 1000€, vermeerderd met 1€ per kubieke meter nieuw gecreëerd beschermd volume.

Als de deadline in de beslissingsbrief tot het opleggen van een administratieve boete verstrijkt (60 dagen) en er is nog steeds geen EPB-aangifte aanwezig in de energieprestatiedatabank, dan begint automatisch een dwangsom te lopen. Deze bedraagt 10€ per dag dat de EPB-aangifte nog niet is ingediend na de opgelegde deadline. De dwangsom blijft lopen tot de EPB-aangifte is ingediend.

 

Lees meer.


29 mei 2017



 

faq

Heeft mijn klant een omgevingsvergunning voor het luik milieu nodig voor de afzonderlijke luchtwarmtepompunits in een appartementsgebouw? | 09-12-2019

Het betreft split systemen waarvan de buitenunits op het dak geplaatst worden.