In het volgende interview deelt Benny Craenhals van het architectenbureau Creatuur zijn ervaringen over het tot stand komen van een BEN-project. Hij vertelt ons welke keuzes er samen met de bouwheer genomen werden.

Kan u om te starten wat algemene informatie geven over het project?

 

Het betreft het bouwen van een vrijstaande woning. De bouwaanvraag werd ingediend op 15/10/2015. De werken werden opgestart in juni 2016 en de oplevering gebeurde eind december 2016.
De woning behaalde op vlak van EPB:
K-peil = 27
E-peil = 9
Luchtdichtheid : v50=0,99 m3/hm2 en n50 = 0,77 volumewisselingen /u
En dit met een kost per m² van 1350€.

Hoe is het BEN-verhaal tot stand gekomen?

 

Bij de start van het ontwerpproces was het niet de bedoeling om BEN te bouwen, maar dit is gegroeid tijdens het ontwerpproces. De bouwheer had voor ons gekozen omdat we gespecialiseerd zijn in energiezuinig bouwen.

 

Bij de eerste berekening kwamen we op E-peil 58 en dit zonder hernieuwbare energie.  We hebben tijd genomen om de EPB-berekening door de nemen, samen met de klant.  Door te luisteren naar de opdrachtgevers en te antwoorden op hun vragen hebben we hen stap voor stap in contact gebracht met het doel van de energieprestatieregelgeving.  We hebben vooral gefocust op comfort, iets minder op verbruik.  Al snel was de klant overtuigd dat het bij de bouw van een woning belangrijk is om toekomstgericht te denken, ook op vlak van energieprestatie. 

De waarde van de woning op de vastgoedmarkt net na oplevering is vaak een doorslaggevend argument.  Weinig bouwheren wensen een woning die reeds na 4 jaar bewoning compleet niet meer voldoet aan de eisen van dat moment.

We mikken steeds op een goede gebouwschil aangevuld met de gepaste technieken.  Hierbij luisteren we vooral naar de verwachtingen van de klant. In dit geval werd de bouwheer intensief betrokken bij de keuze van isolatiemateriaal en keuzes van de technieken, omdat één van de opdrachtgevers als projectleider bouw een technisch profiel had en er daardoor vanaf het begin een duidelijke visie was vanwege de klant.

Kan u aangeven wat de belangrijkste keuzes waren en om welke reden?

 

Op vlak van de buitenschil werd de keuze gemaakt om een industriebouw met dragend staalskelet en sandwichpanelen in beton met PU-vulling te werken. Achter deze keuze zat in de eerste plaats een economische drijfveer, in tweede instantie een esthetische. De keuze voor de sandwichpanelen bleek een goede basis voor de realisatie van de luchtdichtheid.

 

Op vlak van de technieken bleek dat de opdrachtgevers relatief weinig warm water verbruikten, waardoor een zonneboiler geen interessante optie bleek. De klant wenste vloerverwarming en daardoor kwam een warmtepomp in het vizier. Uiteindelijk werd gekozen voor een lucht-water systeem omwille van de verhouding kostprijs / rendement / comfort.

 

Als aanvulling op de hernieuwbare energie werd voor PV-panelen op het dak gekozen, maar meer dan nodig om het BEN-niveau (E30) te halen. Deze keuze werd volledig bepaald door de klant.

 

 

Kan u de evolutie beschrijven van ontwerp tot BEN-woning (architectonisch ontwerp, overige materiaalkeuzes)?

 

De grootste troef van deze woning is eenvoud. We hebben gestreefd naar een compacte bouwvorm en de bouwmethode (staalskelet) heeft dit ook mee ondersteund.

Zonwering hebben we wel aangeraden maar de klant wenste hier niet op in te gaan.  Ondertussen is wel duidelijk gebleken dat de zonwering toch best vanaf het begin zou geïntegreerd zijn.  Toch begrijp ik de keuze van de klant.  Het bouwbudget niet laten ontsporen is ook belangrijk.

De grootste verliezen zijn transmissieverliezen.  Door een zeer goede isolatie van de vloer (glasgranulaat) en de platte daken (PU-platen) zit het grootste actueel verlies in de gevels en het buitenschrijnwerk.  Er werd wel gekozen voor 3-voudige beglazing (Ug 0,6 W/m2K).  De keuze voor een economisch bouwsysteem (betonnen sandwichpanelen) legt beperking op de mogelijkheden die courant zijn op het vlak van de dikte van de isolerende kernvulling.

We maken altijd EPB-simulaties om tot betere E-peilen en materiaalkeuzes of –diktes te komen. Het is de rol van de verslaggever en omdat we tegelijk verslaggever en architect zijn, integreren we die simulaties gewoon in het ontwerpproces.

Meestal komen hier specifieke maatregelen uit voort, voor dit project bleek de invloed van zwaar geïsoleerde aluminium raamkaders zeer beperkt in de berekeningen.  We voorzagen diepe kaders ifv 3-voudig glas. Maar i.p.v. te werken met de zware passiefkaders werkten we juist met uiterst slanke profielen van 38mm.  Deze profielen presteren thermisch iets minder maar het verschil wordt verwaarloosd doordat we met die profielen tot grotere netto glasoppervlaktes kwamen.  Dit was dan weer in het voordeel van de gemiddelde Uw-waarde én van de daglichttoetreding.

De vloerverwarming vereist een zeer goed geïsoleerde vloer.  We werkten met gerecycleerd glas o.v.v. glasschuimstenen als ecologisch alternatief voor een zware betonplaat en PU-vloerisolatie.

Het bleek niet moeilijk om het BEN-niveau te halen, maar het bouwbudget moet het wel toelaten.

 

Specifieke aandachtspunt:

  • Oververhitting: De oververhittingsindicator in de EPB-sofware blijkt redelijk abstract om over te brengen op de klant.  Daarnaast is het gewoon oneerlijk dat er E-punten worden aangerekend voor een “theoretische koeling” ook al is die manifest niet aanwezig.
  • Bouwknopen: Op vlak van bouwkwaliteit geloven we sterk in het nut van EPB-aanvaarde bouwknopen.  Aan het ontwerp van de uitvoeringsdetails besteden we zeer veel tijd wat de uitvoeringskwaliteit wel ten goede komt.  Tot slot is de betrokkenheid van een pro-actieve bouwheer een groot voordeel voor de ontwerper.

Vanaf 2018 werd het S-peil geïntroduceerd. Hoe ervaart u de combinatie van het S-peil met BEN-label?

 

Het S-peil is, zeker voor vrijstaande woningen met veel glas, geen sinecure.  Toch denk ik dat het een eerlijke parameter is.  In het kader van het grotere verhaal heeft de individuele droom voor een vrijstaande woning zijn prijs.  Wie de keuze maakt om te wonen op een exclusieve locatie moet bewust gemaakt worden van de consequenties van die keuze.

 

Architecten én opdrachtgevers moeten durven in eigen boezem te kijken en verantwoordelijkheid op te nemen voor bedachte concepten en ook uit de wensen van de klant vloeien vaak zaken voort die nu eenmaal duurder zijn.