Wanneer een EPB-eis in voorstudie onhaalbaar blijkt, kan een uitzondering soms helpen om het onhaalbare mogelijk te maken. Er zijn algemene uitzonderingen op de EPB-eisen die onmiddellijk toepasbaar zijn zonder een aanvraag, en er zijn individuele uitzonderingen die u tijdig moet aanvragen bij het Vlaams EnergieAgentschap (VEA).

 

Deze tekst is geldig voor alle vergunningsaanvragen vanaf 1 maart 2017. Indien u informatie nodig heeft voor een eerdere vergunningsaanvraag, kan u de uitzonderingen hier nalezen.
Wijzigingen en details vindt u steeds terug op www.energiesparen.be.

Uitzondering op de epb-eisen versus uitzondering op de epb-plicht

 

Allereerst geven we mee dat er ook uitzonderingen zijn op de EPB-plicht.

 

Zo is er onder andere een uitzondering op de EPB-plicht voor kleine alleenstaande gebouwen met een  bruikbare vloeroppervlakte van minder dan 50m².

 

We gaan in deze tekst echter niet dieper in op de uitzonderingen op de EPB-plicht maar bespreken enkel de uitzonderingen die mogelijk zijn op de geldende EPB-eisen.

 

Lees meer omtrent de uitzonderingen op de EPB-plicht, of stel u vragen via de NAV helpdesk.

 

 

Boete of uitzondering?

 

De EPB-eisen worden steeds strenger en moeilijker haalbaar. Niemand betaalt graag boetes, zeker een bouwheer / investeerder / … niet. Wees daarom alert op het aanvragen van uitzonderingen/vrijstellingen op EPB-eisen. Dit kan discussies vermijden bij de EPB-startverklaring, de aanvang van uitvoering of in het slechtste geval bij de EPB-aangifte.

 

Er is vandaag een limiet tot 250 € boete die niet betaald moeten worden aan het VEA. Wel zal er op de aangifte-documenten verschijnen dat niet voldaan is aan de eis(en). Vraag uw bouwheer of een uitzonderingsaanvraag het sop de kolen waard is.

 

Ook goede afspraken en communicatie (zoals: waar moet op gelet worden qua staving bij uitvoering) met de EPB-verslaggever kunnen u hierbij helpen.

 

Algemene uitzonderingen zijn zonder meer van toepassing en hoeven nooit aangevraagd te worden. Individuele uitzonderingen moeten tijdig aangevraagd worden, anders zal de boete sowieso van toepassing zijn en betaald moeten worden door de aangifteplichtige (houder van de stedenbouwkundige vergunning).

 

 

Individuele uitzonderingen

 

Een individuele uitzondering kan slechts binnen de 9 maanden na het aanvragen van de vergunning én voor de start van de werken aangevraagd worden. Indien deze periode niet gerespecteerd wordt, zal de aanvraag niet in behandeling worden genomen. Daarna zit er niets anders op dan de boete te betalen.

 

In het geval bepaalde EPB-eisen voor nieuwe of bestaande gebouwen niet haalbaar zijn kan er een individuele vrijstelling of afwijking op één of meerdere EPB-eisen aangevraagd worden. De aanvraag kan alleen onderbouwd worden vanuit een technische, functioneel of economische reden.

 

Enkel voor de eis op hernieuwbare energie kan geen vrijstelling aangevraagd worden.

 

Een ontoereikend bouwbudget is geen economische reden: een economische onhaalbaarheid moet steeds gestaafd worden met een kostprijsinschatting om wel aan de EPB-eis(en) te voldoen, de totale kost van het project en de reden van onhaalbaarheid van die kosten. De reden moet steeds gebouwgebonden zijn.

 

Concluderende tips:
 

  • Laat de bouwheer tijdig een EPB-verslaggever aanstellen en een eerste doorrekening maken om zeker te zijn dat de eisen haalbaar zijn, ten laatste binnen 9 maanden na de vergunningsaanvraag. Vooral bij specifieke elementen (bv. unieke elementen die onmogelijk kunnen voldoen aan de U-waarde) kan u best tijdig actie ondernemen voor de periode verlopen is.
  • De vereiste samenstelling van het dossier (per aangetekend schrijven) kan u hier nalezen.

 

Een specifiek geval ter illustratie: behoud van een ketel die tussen 10 – 20 jaar oud is:

 

een vrijstelling van het minimaal installatierendement voor ruimteverwarming kan aangevraagd worden via een individuele uitzonderingsaanvraag, op volgende voorwaarden:

  • het gaat om een renovatie of functiewijziging waarbij de bestaande ketel behouden blijft;
  • de terugverdientijd van een nieuwe ketel is groter dan 15 jaar. De terugverdientijd berekent u op basis van de richtlijnen en aannames in de bijlage ‘uitzonderingsaanvraag ketel: berekening terugverdientijd
  • de vloeroppervlakte die verwarmd wordt door de nieuwe/vernieuwde afgifte-elementen bedraagt minder dan 25% van de totale bruikbare vloeroppervlakte.
     

 

Algemene uitzonderingen

 

Algemene afwijkingen of uitzonderingen op een welbepaalde EPB-eis gelden automatisch. De EPB-verslaggever dient deze enkel aan te geven in de EPB-software (en dus in de startverklaring en aangifte) en te staven met de stukken die aantonen dat de situatie onder de uitzondering valt.

 

 

1.     Monumenten en gelijkaardig:

2.     Landbouwgebouwen

 

Voor serres voor warme teelt en gebouwen voor energie-intensieve productie, bewaring of primaire behandeling van plantaardige producten en stallen voor varkens of pluimvee zijn er algemene uitzonderingen van toepassing. U kan deze hier nalezen.

 

 

3.     Tennishallen uit zeildoeken

 

Ook voor tennishallen vervaardigd uit zeildoeken gelden beperkte EPB-eisen. U kan deze hier na lezen.

 

 

4.     Behoud van een bestaande ketel niet ouder dan 10 jaar

 

Wanneer de EPB-eis voor een minimaal installatierendement voor ruimteverwarming van toepassing is (bv. systeem-eisen of installatie-eisen bij renovatie industrie, EPN en woningen en nieuwbouw industrie), geldt er een vrijstelling als:

  • Bij een renovatie of functiewijziging de bestaande ketel behouden blijft;
  • De ketel op het moment van de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning niet ouder is dan 10 jaar;
  • De vloeroppervlakte die verwarmd wordt door de nieuwe/vernieuwde afgifte-elementen minder bedraagt dan 25% van de totale bruikbare vloeroppervlakte.
Bronnen