De meeste bouwaanvragen of meldingen (nieuwbouw en IER) waarvoor de medewerking van de architect vereist is (of > 3000m³), moeten voldoen aan een E-peil. Het is een dynamische materie met steeds strenger wordende eisen. Om het E-peil te behalen, is het belangrijk dat we op de hoogte blijven van de verschillende parameters die deze eisen beïnvloeden.

Compact bouwen

Hoe compacter de woning hoe energiezuiniger de woning. Omdat een compacte woning een groot beschermd volume en een klein verliesoppervlakte heeft, resulteert dit in een positieve invloed op het E-peil.

 

Beperken van de transmissieverliezen.

Hoe meer men de transmissieverliezen beperkt, hoe meer energie bespaard wordt bij het verwarmen van gebouwen. Dit kan door een goed isolatiepakket, het beperken van de verliesoppervlakten (compact bouwen), de kwaliteit van de constructie-onderdelen te verhogen en aandacht te besteden aan de bouwknopen (EPB-aanvaarde bouwknopen).

 

Luchtdicht bouwen

Hoe lager het gemeten lekdebiet bij 50 Pa per eenheid opp., hoe groter de invloed op het E-peil. De onbewuste ventilatie door kieren en spleten zorgt voor een groter energieverbruik van verwarming.

 

Goede keuze van het ventilatiesysteem

Het type ventilatiesysteem, de gekozen producten en de kwaliteit van het ventilatiesysteem hebben een grote invloed op het E-peil. Luchtlekken en bewust ventileren zijn verantwoordelijk voor 1/3 van het E-peil.
Welke mogelijkheden bestaan er om binnen EPB het E-peil te verlagen door keuzes rond de ventilatie:

  • Door de juiste hoeveelheid binnengebrachte lucht te beheersen en ze op de juiste plaats binnen te brengen.
  • Door de systeemkeuze (A-B-C-D), indien er gewerkt wordt met waarden bij ontstentenis, bij het ingeven in de EPB-software is de invloed op het E-peil eerder beperkt.
  • Door het leveren van een kwaliteitsbewijs over de uitvoering van een ventilatiesysteem, de m-factor. Dit kwaliteitsbewijs bekijkt de juiste afstelling van de debieten, de luchtdichtheid van de kanalen en de kwaliteit van goede zelfregelende RTO‘s.
  • Door het verbruik te beperken van een ventilator (bij mechanische ventilatie).
    • Het kiezen van een ventilatie met een gelijkstroommotor heeft een lager verbruik dan een wisselstroomventilator.
    • Ook het rapporteren van het geïnstalleerde vermogen is een mogelijkheid om beter te scoren op het E-peil.
    • Het E-peil daalt door zuinig regelbare ventilatoren (rapporteren op basis van een representatief werkingspunt).
  • Door warmte te recupereren van afvoerlucht en zo toevoerlucht op te warmen. Let wel op, hoge rendementen worden maar gerealiseerd bij nauwkeurig balanceren van toevoer en afvoer.

 

Het optimaliseren van de zonnewarmtewinsten.

  • De beglazing kan gebruikt worden als zonnecollectoren. Let wel op dat het vergroten van de beglazing ook de transmissieverliezen vergroten en eventueel kunnen zorgen voor oververhitting. In dat geval is de kans reeël dat de bewoners besluiten om een koelinstallatie te installeren.
  • Voor een zo laag mogelijk E-peil is het interessant om het oververhittingsrisico zo veel mogelijk te beperken. De oververhittingsindicator moet onder de toegelaten waarde van 6500 Kh zodat er geen fictieve koeling in rekening wordt gebracht. Actieve koelsystemen moeten zeker vermeden worden. Deze gebeuren elektrisch en hebben een negatieve invloed op het E-peil. Dit is mogelijk door de oriëntatie van de vensters, de zonnetoetredingsfactor van de beglazing, zonwering te plaatsen, de effectieve thermische massa op te drijven of te zorgen voor nachtelijke koeling.
  • De positieve invloed van de fotovoltaïsche panelen op het e-peil hangt natuurlijk af van de oppervlakte van de panelen.

 

De keuze van het verwarmingssysteem.

Onderstaande keuzes hebben invloed op het verlagen of verhogen van het E-peil.

  • De vaste-of variabele instelwaarde van de vertrek temperatuur beïnvloeden het E-peil. Bij centrale verwarmingssystemen geeft een variabele instelwaarde van de vertrektemperatuur een hoger afgifterendement en daardoor een positieve invloed op het E-peil.
  • Decentrale regeling van de afgifte-elementen hebben een gunstiger impact op het E-peil dan de centrale regeling.
  • Bij het plaatsen van één of meerdere afgifte-elementen voor de beglazing wordt het afgifterendement verlaagd met 8%.
  • Indien een deel van de leidingen of kanalen buiten het beschermd volume geplaatst wordt is het verdeelrendement lager met als gevolg een negatieve invloed op het E-peil.
  • Indien de ketel buiten het beschermd volume geplaatst wordt, resulteert dit in een rendementsvermindering van 2%.
  • Indien de ketel uitgerust is met een regeling die het permanent warm houdt, vermindert het rendement met 5%.
  • De pomp van de ruimteverwarmingsinstallatie die voorzien is van een regeling, verbruiken minder energie. Ook een systeem zonder waakvlam heeft een positieve invloed op het E-peil.
  • Een condenserende aardgasketel of gasolieketel heeft een hoger rendement en dus ook een gunstigere impact op het E-peil dan een hoogrendementsketel. Plaatselijke verwarming met elektriciteit beïnvloedt het E-peil negatief. De stijging van het E-peil door het gebruik van een warmtepomp varieert t.o.v. de bron waaruit de warmtepomp zijn warmte haalt.
  • Ook de keuze voor het gebruik van lage temperatuursystemen resulteert in een daling van het E-peil.

 

Aandachtspunten rond warm tapwater:

  • Het beperken van de lengte van de warmwaterleidingen in een woning draagt bij tot het verlagen van het E-peil.
  • Opwekkingsinstallaties die ogenblikkelijk het tapwater opwarmen, hebben een lager energieverbruik dan installaties met warmteopslag.
  • Hoe hoger het opwekkingsrendement van de warmteopwekker hoe groter de positieve invloed op het E-peil.Waar warm water bereid wordt door een elektrische warmtepompboiler ligt het rendement hoger dan bij weerstandsverwarming.