Ontwerpparameters - Technieken
Ecodesign richtlijn van SWW betekent grote winst
ir.arch. Pol Van Acoleyen-adviseur energieconsulentenproject NAV • 30 augustus 2017
De nieuwe methode laat toe om met dezelfde installaties als vroeger spectaculaire winst te halen in het E-peil: bij simulaties op een twintigtal woningen en appartementen die zijn uitgerust met een standaard doorstroomketel, nam het E-peil 4 tot 7 punten af t.o.v. de oude rekenmethode. Deze afname in E-punten is ook “zuiver”, ze heeft met name geen enkele invloed op de andere eisen (waar oververhitting, E-peil, U-waarde, luchtdichtheid en zelfs keuze van ventilatiesysteem wél steeds elkaar beïnvloeden).
Let wel: in de nieuwe methode moet men wel meer gegevens invoeren. Men heeft de mogelijkheid om dit niet te doen en voor forfaitaire waarden te kiezen, maar dan verliest men ook het voordeel van de methode (en doet men in sommige gevallen zelfs slechter dan met de oude methode waar de EPB-rekenmethodiek geen rekening houdt met de Ecodesign-richtlijnen).
Deze bijkomende gegevens zijn meestal te vinden op het ErP-label van de toestellen, of in de technische documentatie die bij het label hoort.
Een voorbeeld
Het bijgevoegde label van een combiketel (doorstroomtype zonder opslag) vermeldt het vermogen (25kW), het tapwaterprofiel (XL) en de efficiëntieklasse (A).
Dit toestel zou volgens de oude methode een gecombineerd opwek- en opslagrendement van 50% opleveren. Maar met het invoeren van deze waarden halen we een rendement van 80%. Een serieus verschil als we ons bedenken dat de behoefte aan sanitair warm water niet daalt in een BEN-woning en het overeenkomstige energieverbruik dus steeds belangrijker zal worden in het totale E-peil.
En toch kan het nog beter. Want we hebben in de methode ook de mogelijkheid om de energie-efficiëntie rechtstreeks in te voeren in plaats van met de klasse te werken. Deze staat echter niet expliciet op het label vermeld, maar wel in de technische documentatie: 87%. Als we deze waarde invullen, zit het gecombineerd opwek- en opslagrendement direct op 87%, wat 75% beter is dan de oude forfaitaire rekenwaarde. Of anders gezegd: dat is ongeveer dezelfde E-peilwinst die men uit een zonneboiler haalt, maar dan wel zonder een zonneboiler te moeten plaatsen.
Als men echter niet de moeite doet om deze labels op te zoeken en de waarden in te voeren, zal men zichzelf pijnlijk hard in de voeten schieten. Dan wordt immers verondersteld dat het toestel klasse F haalt, de laagst mogelijke energieklasse, wat voor een doorstromer met dit capaciteitsprofiel overeenkomt met een rendement van 22%. (de waarden zitten ingewerkt in de software en de rendementen komen uit de EU-richtlijnen) Minder dan de helft van de oude forfaitaire waarde, en een ramp voor het E-peil.

Conclusie: werk altijd met de gegevens van het ErP-label, en ga voor een extra bonuspunt op zoek naar de informatie die niet direct op het label terug te vinden is maar het rendement nog kan verhogen.
